Digitale Fotografie 1 - Basistechnieken

Licht en kleur Wanneer we enkel de helderheid van het licht registreren, dan krijgen we een beeld in grijstinten. Hoe kunnen we dan kleuren zien en vastleggen? Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst weten wat wit licht precies is. Natuurkundigen definiëren licht als een snel door de ruimte bewegende elektromagnetische golf. De lengte van zo’n golf is bepalend voor de kleur van het licht. Een golflengte van ongeveer 700 nm (nanometer, één miljardste van een meter) bijvoorbeeld, ziet ons oog als een rode lichtstraal. Zonlicht bestaat echter uit een hele reeks golflengten. In een witte lichtbundel komen alle golflengten even intens voor. Wanneer het licht ‘gebroken’ wordt, dan zien we uit wit licht de individuele kleuren verschijnen. De verschillende golflengten worden namelijk net iets verschillend afgebogen waardoor we het volledige spectrum aan kleuren zien verschijnen. Dit is wat we bijvoorbeeld waarnemen bij zonnig regenweer: regendruppels buigen de zonnestralen om waardoor de verschillende kleuren van elkaar gescheiden worden. We zien dan een kleurenband of een regenboog. Een regenboog ontstaat doordat zonlicht door kleine waterdruppels afgebogen wordt. De kleuren uit het licht worden hierdoor uit elkaar getrokken en er ontstaat een kleurenband. Met drie hoofdkleuren, rood, groen en blauw, kunnen alle andere kleuren samengesteld worden. Tenminste, als we mengen met licht en niet met verf. Hoofdkleuren Hoewel een regenboog alle kleuren bevat, zijn de kleuren rood, groen en blauw de hoofdkleuren. Uit deze drie kleuren kunnen namelijk alle andere kleuren samengesteld worden. Geel licht bestaat bijvoorbeeld uit een evenredig deel rood en groen licht en geen blauw. Paars licht is dan samengesteld uit een evenredig deel rood en blauw licht. Zie schema hiernaast. 10 DIGITALE FOTOGRAFIE 1

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MzE=