Digitale Fotografie 1 - Basistechnieken

Selecteer een stijl via de pijltjestoetsen, bijvoorbeeld Gebruiker 1 en klik daarna op de knop Disp. of Info. De stijl kan je nu aanpassen: Scherpte, contrast, verzadiging en kleurtoon kunnen aangepast worden. Kleurtoon betekent de kleuren meer rood (negatieve waarde) of meer geel (positieve waarde) maken. Wil je een kenmerk aanpassen, klik dan op de SET knop en pas de regelaar aan met de pijltjestoetsen of het selectiewiel achteraan. Het grijze blokje geeft de standaardwaarde aan. Nikon spiegelreflexcamera’s In het Opnamemenu van Nikon spiegelreflexcamera’s vind je de optie ‘Picture Control instel.’. Na selectie van deze optie verschijnen de beeldstijlen: Ook hier vind je beeldstijlen voor landschap en portret terug, naast de stijlen neutraal, levendig en monochroom (zwart-wit). Je kan elk van de beeldstijlen aanpassen door ze te selecteren en op de pijl rechts te drukken. Je kan de scherpte, verzadiging en tint (kleurtoon) aanpassen. De opties Contrast en Helderheid kan je aanpassen indien Actieve D-Lighting uitgeschakeld werd. Tip : Eigen stijlen kan je maken via menu-optie ‘Picture Control beheren’. Beeldstijlen Voor portretten zijn warme kleuren gewenst, voor landschappen zien we graag een sterk blauwe lucht en frisgroen gras. Veel camera’s werken dan ook met beeldstijlen of fotostijlen voor belichting en kleur. Zwart-wit en Sepia zijn de bekendste stijlen , zowel bij compactcamera’s als bij systeemcamera’s. Bij deze laatste categorie camera’s kunnen vaak ook beeldstijlen specifiek voor portret- of landschapsfotografie gekozen worden. Beeldstijlen via de camera De beeldstijlen bevatten instellingen voor kleur, belichting en scherpte. Deze worden door de processor toegepast op de JPG bestanden. Ze hebben geen effect op RAW bestanden. Stel je monochroom in, dan zijn de JPG foto’s zwart-wit, maar de RAW foto’s blijven in kleur. Compactcamera’s Enkele compactcamera’s bieden de optie Sepia of Zwart-wit aan via de motiefprogramma’s. Het kan ook via een apart menu-optie gekozen worden, zoals hier bij een Canon Powershot compactcamera: Canon spiegelreflexcamera’s Bij Canon kies je de optie Beeldstijl via de rode cameramenu’s. Daarna verschijnen de stijlen: Je kan kiezen voor Standaard, Portret, Landschap, Neutraal, Natuurlijk, Monochroom en daaronder nog drie stijlen die als Gebruiker gemarkeerd worden en die je dus zelf kan bepalen. Ook de voorgedefinieerde stijlen kan je aanpassen. 165 THEMA 10 : Kleur

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MzE=