Digitale Fotografie 1 - Basistechnieken

Lichtmeting Het slagen van een opname hangt in grote mate af van een correct ingestelde belichting. De digitale camera kan de belichting volautomatisch instellen, maar de meetmethode die hierbij gebruikt wordt, kan je zelf bepalen. De digitale camera kan tijdens het maken van een opname continu de hoeveelheid licht meten die door het objectief valt. Dit stelt de camera in staat om op elk moment de juiste belichting in te stellen, met andere woorden om de juiste diafragma-opening en sluitertijd te kiezen. De gebruikte methode voor de lichtmeting verschilt van camera tot camera, maar de volgende opties kunnen in de meeste camera’s ingesteld worden: Matrixmeting ( Meervlaksmeting) Bij deze meetmethode verdeelt de digitale camera het volledige beeld in verschillende zones. De camera evalueert de gemeten lichtwaarde in elke zone. De zone waarin scherpgesteld werd weegt zwaarder door dan de andere zones. De belichting wordt verder zo ingesteld dat alles zo goed mogelijk belicht op de foto staat. Hoe de camera dit precies voor mekaar krijgt, behoort tot het bedrijfsgeheim van de fabrikant. Matrixmeting is zeer geschikt voor landschapsfoto’s en in de meeste andere situaties, maar is minder geschikt indien een onderwerp volledig in tegenlicht staat, omgeven is door veel licht of in andere situaties waarbij de belichting van het onderwerp sterk verschilt met deze van de achtergrond. Centrumgericht (Centrum gew. gemiddeld) Wanneer voornamelijk het onderwerp, in het midden van het zoekerbeeld, goed belicht moet worden, dan is centrumgericht een goed alternatief. Bij de lichtmeting wordt prioriteit gegeven aan één grote zone in het midden van de zoeker. Die zone kan 80% van het gehele beeld beslaan. In de menu’s van je camera kan je verschillende lichtmeetmethodes kiezen. De icoontjes bij Nikon camera’s wijken een beetje af ten opzichte van deze van Canon of Sony. Sommige camera’s hebben een aparte knop voorzien om de lichtmeetmethode aan te passen. Deze knop heeft het symbool van matrixmeting. De randen wegen minder zwaar door. Deze methode is geschikt voor ondermeer portretfoto’s en close-ups, maar minder voor landschapsfoto’s met mooie luchten of complexe lichtsituaties. Spotmeting Bij deze methode wordt een zeer kleine zone van amper een paar procent van de beeldgrootte gebruikt voor de lichtmeting, Met de rest van het beeld wordt niet of nauwelijks rekening gehouden. Het onderwerp is dan zeker goed belicht, maar de achtergrond kan onder- of overbelicht zijn. Bij sommige camera’s kan men bovendien kiezen of een punt of zone gebruikt wordt voor de spotmeting. Spotmeting gebruik je wanneer het onderwerp totaal anders belicht is dan de achtergrond. Bijvoorbeeld een gebouw dat in tegenlicht staat. Of een zanger op een podium, belicht door felle spots. Ook bij het fotograferen van glasramen gebruik je best spotmeting. Ambiorix op de markt in Tongeren. Links : In tegenlicht is het contrast tussen de lucht en het onderwerp te groot. Rechts : Kies voor spotmeting en richt het midden van de zoeker op een representatief deel van je onderwerp. Tenminste het onderwerp is dan goed belicht. Deelmeting Camera’s van Canon hebben ook nog een optie Deelmeting. Die zit tussen Spotmeting en Centrumgericht in: een kleine zone in het midden van het zoekerbeeld wordt gebruikt voor de meting. 62 DIGITALE FOTOGRAFIE 1

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MzE=