Digitale Fotografie 1 - Basistechnieken

Snel bewegende onderwerpen, zoals deze snowboarder, vragen om snelle sluitertijden (hier: 1/1600 s) zodat ze haarscherp op de foto staan. Om de drukte van een winkelstraat te illustreren werd hier gekozen voor een lange sluitertijd zodat de passanten sterk bewogen op de foto staan, waardoor ze haastig lijken over te komen. Sluitertijd en diafragmawaarde Bij korte sluitertijden valt er gedurende korte tijd licht binnen, doorgaans zal de lensopening dan vrij groot zijn (kleine diafragmawaarde) om toch voldoende licht binnen te laten. Kleine diafragmawaarden en korte sluitertijden gaan goed samen. Omgekeerd: indien de fotograaf een kleine lensopening (grote diafragmawaarde) koos, dan zullen de sluitertijden relatief lang zijn om voldoende licht binnen te laten. Grote diafragmawaarden en lange sluitertijden gaan ook goed samen. Of: wanneer je de diafragmawaarde wijzigt, verander je ook de sluitertijd en omgekeerd. Dit heeft ook zijn gevolgen voor de scherptediepte: bij kortere sluitertijden passen kleinere diafragmawaarden en zal ook de scherptediepte kleiner zijn. Sluitertijd bepaalt ‘beweging’ Al is de sluiter bij een compactcamera overbodig geworden, het begrip sluitertijd blijft echter belangrijk. Bij analoge toestellen is de sluitertijd de periode waarin de sluiter openstaat en er licht op de film valt. Hoe langer de sluiter openstaat, hoe meer licht op de film valt. Er is ook een ander aspect verbonden aan de sluitertijd: ‘beweging’. Bij een korte sluitertijd (b.v. 1/1000 s) worden de meeste bewegingen bevroren en krijg je een scherp, maar statisch beeld. Bij langere sluitertijden kan je in een foto beweging suggereren. Om een langzaam bewegend onderwerp ‘bewogen’ op de foto te krijgen zal je een relatief lange luitertijd moeten instellen. Werk in dat geval zeker vanaf statief! Bulb De bulb-stand activeer je ofwel via de B-stand op het programmakeuzewieltje of via de M-stand, één positie voorbij 30”. De sluitertijd bepaal je nu zelf door de ontspanknop ingedrukt te houden en op het einde van de gewenste belichtingstijd weer los te laten. Bulb is engels voor ‘peertje’, zoals een lichtpeertje (light bulb). Bij analoge camera’s werd een rubberen luchtpeertje verbonden met de ontspanknop. Door in het peertje te nijpen, werd door luchtdruk de ontspanknop van de camera ingedrukt. Wanneer het peertje terug losgelaten werd, dan kon de ontspanknop weer naar boven komen. De sluiter bleef tussen het knijpen en het loslaten openstaan. Zo werden lange sluitertijden (vanaf 1s) mogelijk. Vandaag kan je het peertje vervangen door je vinger, een draad- of infraroodontspanner (zie thema’s 3 en 12). 1/4s ONDERWERP ‘BEWOGEN’ 1/1000s ONDERWERP ‘BEVROREN’ 120 DIGITALE FOTOGRAFIE 1

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MzE=