Digitale Fotografie 1 - Basistechnieken

Met een 400 ISO filmpje kon je op een conventioneel fototoestel vier keer snellere sluitertijden kiezen dan met een standaard filmrolletje van 100 ISO. Digitale camera’s zijn weliswaar vernuftige toestellen , met veel mogelijkheden maar helaas ook met beperkingen. Zolang er voldoende licht is, kan zelfs het meest eenvoudige toestel een prima foto maken. De echte capaciteiten van een camera komen pas aan het licht bij minder goede lichtomstandigheden. Standaard lichtgevoeligheid Veronderstel, het is nacht en je wil een foto maken van een matig verlicht plein. Je drukt de ontspanknop half in en je ziet in het display de combinatie diafragmawaarde 2.8 met een sluitertijd van 1/10s staan. Kan je in deze omstandigheden een foto uit de hand nemen? Zonder beeldstabilisatie in elk geval niet: wanneer je niet inzoomt, dan bedraagt de equivalente brandspuntsafstand ongeveer 30mm en dus heb je een sluitertijd nodig van 1/30s of korter anders is de kans op bewegingsonscherpte veel te groot... Snelle en trage films Fotografen die nachtopnames maken, gebruikten vroeger een andere film dan voor dagopnames. Ze noemden die een ‘snelle film’ omdat ze, in vergelijking met een ‘gewone film’, in dezelfde lichtomstandigheden met snellere sluitertijden konden werken. Een ‘snelle film’ is niet sneller, maar gewoon lichtgevoeliger dan een normale film, waardoor deze minder lang aan licht blootgesteld hoeft te worden. De snelheid, of beter de lichtgevoeligheid van een film, werd uitgedrukt in ASA (American Standards Association) en later in ISO (International Standards Organisation). Een normale film heeft een lichtgevoeligheid van 100 ISO, deze van een snelle film kan gaan van 200, 400 tot 800 ISO en meer. Er bestaan ook trage films, bijvoorbeeld een film van 50 ISO. Hoe hoger de lichtgevoeligheid van een film, hoe minder licht er nodig is om een correct belichte foto te kunnen maken. ISO waarden Onze digitale camera werkt niet met film, maar de diodes van de sensor kunnen ook lichtgevoeliger gemaakt worden. Zonder dat we de sensor hoeven te vervangen, kunnen we, door de lichtgevoeligheid te verhogen, hetzelfde effect bereiken als bij het wisselen van een normale film naar een snelle film. Opnieuw een voordeel van de digitale camera dus! Wanneer de Lichtgevoeligheid Diafragmawaarde en sluitertijd zijn de belangrijkste parameters voor de belichting van een foto. In extreme lichtomstandigheden kan je nog een beroep doen op een redder in nood: de lichtgevoeligheidswaarde. lichtgevoeligheid verdubbeld wordt, van 100 naar 200 ISO bijvoorbeeld, dan verkort de sluitertijd met 1 stop of verkleint de diafragma-opening met 1 stop. Met andere woorden: we kunnen in dezelfde lichtomstandigheden snellere sluitertijden of grotere diafragmawaarden (kleinere diafragma-openingen) kiezen. Bijgevolg kunnen we scherpere foto’s uit de hand maken of meer scherptediepte bekomen. De standaard lichtgevoeligheid is 100 ISO. De kleine sensor van een compactcamera laat geen extreem hoge lichtgevoeligheden toe, daarvoor zijn de diodes op de sensor te klein. Een werkbaar maximum is 400 tot 800 ISO. Een recente systeemcamera met een APS-C sensor kan je meestal tot 1600 of zelfs tot 3200 ISO zinvol instellen. Een full frame sensor haalt de hoogste lichtgevoeligheden, tot 12800 ISO en soms nog hoger. De lichtgevoeligheid kan bij enkele modellen ook verlaagd worden tot 80 of 50 ISO: 50 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800 Veronderstel nu dat je bij 100 ISO een sluitertijd had van 1s, dan zal, bij gelijkblijvende diafragmawaarde, de sluitertijd korter worden bij hogere lichtgevoeligheden en langer bij lagere lichtgevoeligheden: 50 100 200 400 800 1600 3200 6400 12800 2” 1” 1/2 1/4 1/8 1/15 1/30 1/60 1/125 LICHTGEVOELIGHEDEN DIGITALE CAMERA 127 THEMA 7 : Belichting

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MzE=