Digitale Fotografie 1 - Basistechnieken

Panoramafoto’s maken Een breed vergezicht vraagt om een breed fotoformaat. Kan je niet alles in één foto vatten, neem dan twee of meer foto’s na elkaar en voeg ze samen op de computer. Een goede voorbereiding levert een perfect resultaat op. Bij analoge camera’s maakten enkele compacte modellen gebruik van het APS-systeem. Deze toestellen kunnen foto’s in 3 verschillende formaten nemen, waaronder ook een panoramaformaat met een beeldverhouding van 3:1. Een echte panoramafoto is dit eigenlijk niet. Bij het afdrukken van de foto wordt door het fotolabo automatisch een evenredig deel onder en boven weggesneden tot een verhouding van 3:1 bekomen wordt. Breedhoekobjectief Voor het maken van een panoramafoto moet de camera een zo breed mogelijk blikveld kunnen vastleggen. Zoals je intussen weet is hiervoor een zo klein mogelijke brandpuntsafstand nodig. Heb je een spiegelreflexcamera of een compacte systeemcamera, dan kan je een breedhoek objectief of zelfs een fisheye-objectief (zie boek 2, thema 2) aanschaffen. Een goede breedhoeklens is vrij duur en misschien heb je die niet zo vaak nodig. Gelukkig is er een alternatief welke je niets extra’s kost... Panoramastand De meeste compactcamera’s en compacte systeemcamera’s, waaronder deze van Canon, Nikon, Sony en Panasonic, hebben een speciale stand voor het nemen van panoramafoto’s. De stand noemt Panorama assist, Sweep Panorama of gewoon Panorama bij de scèneprogramma’s. De panoramastand werkt bijna steeds op dezelfde manier: tijdens het fotograferen beweeg je de camera over je onderwerp en de processor maakt na afloop een perfecte panoramafoto, zij het in een relatief lage resolutie. Meerdere foto’s nemen Is het blikveld van je camera of objectief onvoldoende om een uitgestrekt landschap, een plein, een kathedraal of een ander groot gebouw in één keer op de foto te krijgen, maak dan meerdere foto’s na elkaar. In het volgende onderwerp bekijken we de mogelijkheden om de foto’s op de computer samen te voegen tot één foto. Hieronder geven we eerst enkele tips die betere resultaten zullen opleveren. Belichting constant houden Wanneer je camera niet over een panoramastand beschikt, dan kan je uiteraard nog steeds meerdere foto’s na elkaar maken. Denk er dan wel aan dat je alle foto’s neemt met dezelfde belichtingsparameters: zelfde sluitertijd, diafragmawaarde en lichtgevoeligheid. 1 Vaste ISO- en diafragmawaarde : Zet de camera in de manuele belichtingsstand, stand M dus. Stel een vaste ISO-waarde in, bijvoorbeeld 100 ISO voor een buitenopname of 800 ISO voor een binnenopname. Stel eveneens een logische diafragmawaarde in, bijvoorbeeld f11 voor buiten of f4 voor binnen. Kijk in de handleiding van je camera na hoe je in de M-stand de diafragmawaardes instelt. Bij hogere cameramodellen met twee selectiewieltjes zal dat met één van die wieltjes zijn. Heeft de camera maar één selectiewieltje, dan zal je een knop met een diafragmasymbool ingedrukt moeten houden tijdens het verdraaien van het wieltje. De Panorama Sweep functie van enkele Sony compactcamera’s maakt het wel heel eenvoudig om panoramafoto’s te maken: je maakt met de camera een horizontale beweging en de processor stelt automatisch het panoramabeeld samen. Bij sommige modellen kan je zelfs een 3D panorama maken. 206 DIGITALE FOTOGRAFIE 1

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MzE=